Jurisprudentie legt bom onder Ondernemersfonds SWF

Mede naar aanleiding van vragen van Semplonius in de Raadsvergadering, heeft het college aan de Raad beloofd haar voor het einde van het jaar te informeren over de impact van jurisprudentie (Bodegraven-Reeuwijk en Teylingen) op het voortbestaan van het Ondernemersfonds SWF.

Het College lijkt voor te sorteren op het afschaffen van de Retributieregeling in het geheel. Zo valt te lezen in het concept Actieve Informatie. Blijkbaar vergeet het College dat LTO alleen akkoord is gegaan met een gemeente breed fonds als er sprake zou zijn van een “Ruimhartige Retributieregeling”.

Het College heeft juridisch advies ingewonnen bij Van Den Bosch & Partners (VDB) met de vraag of de Retributieregeling in Sùdwest Fryslân leidt tot een ongeoorloofde tariefdifferentiatie. En zo ja, welke mogelijke alternatieven heeft de gemeente om juridische risico’s weg te nemen.

Een passage uit de aan de Raad verstrekte tekst luidt:

“Kort samenvattend komt het er op neer dat op grond van de uitspraken van het Hof Den Haag ook SWF via een omweg een besluit vastgesteld heeft dan er op gericht is voorbij te gaan aan de wettelijke beperking tot verdergaande differentiatie van de OZB-tarieven. Als kanttekening plaatst VDB daar nog wel bij dat dit een uitspraak van gerechtshof Den Haag betreft. Er is niet duidelijk hoe het hof Arnhem-Leeuwarden of de Hoge Raad hier over zou besluiten. Zolang er geen uitspraak van de Hoge Raad ligt, moeten we echter rekening houden met de uitspraken van het Hof Den Haag. We kunnen dan ook de conclusie trekken dat we met de huidige vorm van het ondernemersfonds, via de OZB, een juridisch risico lopen.”

Op zichzelf is bovenstaande bijzonder te noemen: het College lijkt vergeten te melden dat de Rechtbank heeft geoordeeld dat überhaupt verschillende WOZ-tarieven hanteren niet mag. Vanaf de start is hier namelijk al sprake van. Samengevat betekent dit volgens ons als leek, dat de inning van de extra WOZ-heffing vanaf de start al nietig is verklaard door de rechter. En, als dat zo is, dan kunnen wij ons de vraag stellen of er al die jaren sprake is geweest van een “onverschuldigde betaling” in de zin van artikel 3:309 BW.

Het Friesch Dagblad heeft dit onderwerp inmiddels ook weer opgepakt en het is nu wachten waar de Leeuwarder Courant nog mee komt.

Schuiven naar boven